Schermen met urgentie - Mario Veen

Demonstratie en wetenschapsontkenning

 

Als existentieel journalist schrijf ik dit jaar over klimaatgekte. In het begin van mijn jaar klimaatgekte was mijn hoop nog gevestigd op de overheid. De aandacht voor de klimaatcrisis kwam te laat, zoals de meeste zaken van overheidswege te laat aandacht krijgen, maar zou leiden tot hernieuwde urgentie om te gaan luisteren naar de wetenschap. De wetenschappelijke instituties zouden zich distantiëren van ‘de manier waarop’, maar wel gebruik maken van de aandacht die er door de XR-demonstraties werd gegenereerd om hun wetenschappelijke gewicht in de strijd te gooien. De absurditeit van wetenschap op protestborden zou langzaam leiden tot dezelfde wetenschap in de Tweede Kamer.

 

Mijn hoop op actie vanuit de overheid gaf ik vrij snel op. De blokkade van de A12 in Den Haag eind januari werd voorafgegaan door het preventief oppakken van klimaatdemonstranten voor oproepen tot een ernstig strafbaar feit – een snelweg blokkeren. Geen van de demonstranten die de snelweg blokkeerden werd voor dit feit aangeklaagd. Zelf ging ik met mijn dochter naar de steundemonstratie. Vanaf de stoep naast een friettent stonden we tegen het hek geleund. Om daar te komen hoefden we alleen maar een zebrapad over te steken. We werden omsingeld door vijf ME-busjes en de ME sommeerde ons om daar te vertrekken en naar het Malieveld te gaan, omdat we anders gearresteerd zouden worden. Omdat we daar met veel ouderen en jonge kinderen stonden vertrok ik – ik wilde niet dat mijn dochter politiegeweld zou zien. Ik sprak wel een agent aan met de vraag waarom we daar weg moesten:

‘U staat daar onveilig.’

‘Maar het is op de stoep naast een friettent waar normaal mensen staan te eten.’

‘Maar u mag daar niet demonstreren.’

‘Ik ben niet aan het demonsteren, ik wil naar de demonstratie kijken.’

‘Dan wordt u verzocht om naar het Malieveld te gaan.’

‘Maar daar is de demonstratie niet!’

 

In plaats van naar het Malieveld te lopen om naar de niet-bestaande demonstratie aldaar te kijken, gingen we naar de McDonald’s. Op de terugweg fietsten we weer langs de A12, waar tot mijn verbazing drommen met mensen stonden op de stoep boven de snelweg. Ik meldde de politie-intimidatie aan twee waarnemers van Amnesty International, en met mij vele anderen. Naar aanleiding van de klachten liet de politie later weten dat ze omstanders inderdaad niet weg hadden mogen sturen.

De zondag na de demonstratie zette de overheid de absurditeit door in Buitenhof. Burgemeester Jan van Zanen zat aan tafel met Extinction Rebellion-activiste en strafrechtstudente Hannah Prins en Amnesty International-waarnemer Gerbrig Klos. De absurditeit stopte niet bij het feit dat Van Zanen weigerde met de twee dames in gesprek te gaan. Eerst mocht hij aan tafel zijn verhaal doen, en toen vond er een wisseling plaats waarbij hij op de stoel mocht zitten toekijken. De burgemeester beweerde niet te hebben geweten dat de demonstratie plaats zou vinden, maar hoe wist het Openbaar Ministerie dan klimaatactivisten preventief op te pakken? Hij wist het precieze aantal arrestanten niet, Hannah wel. Aan het eind van het gesprek vond op initiatief van Twan Huys de eerste interactie plaats. Hannah en Jan zouden binnenkort koffiedrinken. Ik was graag een vlieg op de muur geweest.

Absurditeit alom dus, maar ik nam aan dat de overheid haar handelen zou evalueren en het bij de volgende demonstratie op 11 maart, die al vrij snel werd aangekondigd, beter zou aanpakken. In plaats daarvan zette de gemeente Den Haag de avond voorafgaand aan de demonstratie hekken met zwarte schermen langs de Utrechtsebaan om de demonstratie aan het zicht te onttrekken. 

 

Dit leek een directe provocatie op het demonstratierecht, of de gemeente luisterde gewoon niet. Na de vorige demonstratie – zelfs in bijzijn van burgemeester Van Zanen bij Buitenhof – hadden XR-activisten herhaaldelijk gewezen op het recht van demonstranten om de locatie van de demonstratie te bepalen ‘within sight and sound’ van de relevante toehoorders. Het was dus niet aan de overheid om te bepalen dat de demonstratie op het Malieveld zou moeten plaatsvinden, want dat was ‘out of sight’ van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de tijdelijke Tweede kamer, waar de A12 precies tussendoor loopt. Maar als de berg niet naar Mohammed komt, komt Mohammed wel naar de berg, moet Van Zanen hebben gedacht. We kunnen natuurlijk ook gewoon de demonstratie aan het zicht onttrekken.

 

Om de een of andere reden riepen de zwarte schermen bij mij associaties op met de zwartgelakte pagina’s die de slachtoffers van het toeslagenschandaal van de overheid ontvingen. Het beeld trof me erg, mede omdat het zo symbolisch was voor hoe de overheid met de klimaatcrisis omgaat en wat ik aan den lijve ondervind. We zetten in de samenleving zwarte schermen om de urgentie van de klimaatcrisis. Je mag het hebben over klimaatverandering (klimaatcrisis is nog een eng woord), duurzaamheid en energietransitie, zolang je maar accepteert dat zaken in Nederland van bovenaf gaan, zoals het opstappen van de hoofdredactie van NOS-sport na de misstanden daar: gefaseerd, op termijn, in overleg. God verhoede dat we draagvlak verliezen.

 

In mijn interview met Lee McIntyre, auteur van How to Talk to a Science Denier spraken we over de selectiviteit van wetenschapsontkenners. Wetenschapsontkenning betekent niet dat je alle wetenschap ontkent – zo vliegen Flat Earthers naar hun conferenties en vertrouwen antivaxxers voor andere zaken wel gewoon op het oordeel van hun arts. Wij in Nederland zijn – collectief – klimaatwetenschapsontkenners. De meeste mensen en organisaties erkennen inmiddels wel dat er klimaatverandering is en dat we ‘iets’ moeten doen. Maar ze negeren vervolgens wat de wetenschap daadwerkelijk zegt over welke maatregelen we nu zouden moeten nemen om onze kinderen nog een kans te geven op een anderhalvegraadsamenleving. En de meeste instituten hebben het inmiddels ook over duurzaamheid, maar ze selecteren de wetenschap over wat er moet gebeuren en plaatsen zwarte hekken rondom de urgentie waarmee en het tempo waarop het moet gebeuren. Of ze erkennen de urgentie van de klimaatcrisis, maar negeren de wetenschappelijke boodschap dat we daadwerkelijk nog iets kunnen doen.

 

Ik vroeg McIntyre hoe hij dit verklaarde. Zijn antwoord, gebaseerd op 20 jaar wetenschappelijke studie van wetenschapsontkenning, was eenvoudig maar verhelderend: als men dat deel van de wetenschap zou erkennen, heeft dat consequenties voor onze manier van leven. En zolang we ontkennen dat het bestaat hoeven we er ook niet naar te handelen.

We moeten het hebben over dat taboe. De klimaatcrisis – het crisis-aspect ervan – wordt doodgezwegen. Mijn interview met XR-rebel en senior research fellow bij Waag Chris Julien hierover was verhelderend. Hij verwees naar een praktijk die parrhesia heet – het oud-Griekse woord voor waarheid. Niet toevallig is de eerste eis van XR: wees eerlijk.

 

Enerzijds is er de urgentie van de klimaatcrisis, wat we moeten doen om een anderhalvegraad- of tweegradensamenleving in zicht te houden, en dat het letterlijk nu of nooit is omdat het feit dat we de laatste afslag bijna missen de wetenschappelijke werkelijkheid is. Anderzijds hebben we in onze maatschappij te maken met sociale normen en conventies. Het je uitspreken voor de wetenschappelijke feiten kan botsen met sociale normen en conventies. Een sprekend voorbeeld hiervan was dokter Lenze Meinsma, een ‘activistische huisarts’ die in de jaren ’60 promoveerde op de schadelijke effecten van roken. In 1965 riep hij de medische professie op om anti-rookbeleid te voeren. Hij werd verguisd in de media.

In dit fantastische filmpje is te zien hoe dokter Meinsma een dag in de week in de tabakszaak van de bevriende eigenaar staat. Als mensen een pakje sigaretten of sigaren willen kopen probeert hij ze te ontmoedigen. De reacties hierop laten de sociale conventies uit die tijd zien: er wordt lacherig over gedaan en één klant deelt zelfs sigaretten uit aan de cameraploeg – die ze dankbaar accepteert. Met terugwerkende kracht lijkt dit filmpje absurd.

Als existentieel journalist probeer ik iets onmogelijks te doen, namelijk nu al met terugwerkende kracht kijken naar de situatie waarin we nu zitten. Ik leef als het ware in de toekomst – in de anderhalvegraad- tweegraden- of tweeënhalvegradensamenleving (want daarboven kunnen we niet meer over bijvoorbeeld een driegradensamenleving spreken). Net als in de jaren ’60 is het beleid dat we nu collectief voeren ontzettend schadelijk voor de gezondheid. Net als toen is de wetenschap daar glashelder over. Met alle respect voor de verschrikkelijke gevolgen van roken die velen nu ervaren (en die ik in mijn naaste omgeving ook heb ervaren); de gezondheidscrisis die de klimaatcrisis is, is vele malen groter en het wetenschappelijk bewijs dat wij dit veroorzaken en wij er ook echt iets aan kunnen doen is nog sterker dan de link tussen roken en kanker (5-sigma om precies te zijn).

 

Niet alleen voert de overheid – en voeren gezondheidsprofessionals – niet het evidence based beleid dat nodig is om de meest schadelijke gevolgen van de gezondheidscrisis waar we op afstevenen in te perken, maar je uitspreken voor dit deel van de wetenschap is in strijd met sociale normen en conventies die nog gelden. Zo kunnen we lachen en ons verbazen om de reactie op dokter Meinsma’s anti-rookactivisme. Het zou bijvoorbeeld raar zijn als umcs en pensioenfondsen van artsen investeren in Marlboro. Maar het verplichte pensioenfonds voor huisartsen investeert nog steeds in fossiele subsidies, veel wetenschappelijke instituten hebben nog fossiele partners, en de overheid geeft geen serieus budget aan het verduurzamen van de zorg.

We hebben dus zwarte schermen gezet om de urgentie van de klimaatcrisis en de gevolgen die de wetenschap verbindt aan ons huidige beleid. En iedereen die deze zwarte schermen weghaalt en het taboe wil doorbreken door de feiten zichtbaar te maken, breekt hiermee de sociale conventies. Dit kan consequenties hebben: voor je relaties met vrienden en familie, met je werkgever of ander draagvlak voor wat je wil bereiken in het leven.

Maar voor degenen die in deze situatie zitten – en ik weet dat dit er veel zijn – heb ik één boodschap: de wetenschap en de toekomstige geschiedschrijvers staan aan jullie kant. Jullie zijn de dokter Meinsma’s van tegenwoordig. En met hoe meer jullie zijn, hoe meer je je uitspreekt in alle sociale situaties waar je komt, hoe makkelijker je het maakt voor anderen. Sociale normen en conventies zijn namelijk geen feiten – draagvlak is een constructie. Het echte draagvlak is dat van de planeet – draagvlak voor een gezond leven voor onze kinderen en kleinkinderen.

 

Foto: Robert Barker.

 

Reactie schrijven

Commentaren: 1
  • #1

    Thijs (maandag, 13 maart 2023 22:07)

    Hear, hear!
    Ik maak me evenveel zorgen over de absurde film waarin ik leef. Of is het gewoon onzekerheid, voorbij zorgen en woede? Ik weet het niet precies.